LESLIJN: ORGANEN & ZO

Biologische klok
Ons lichaam bestaat uit losse onderdelen, organen. Allemaal hebben ze een andere functie. Het lichaam heeft regelmaat nodig om al die losse onderdelen goed te laten samenwerken. De “biologische klok” zorgt er voor dat we iedere avond slaap krijgen en de volgende ochtend weer wakker worden. Mensen kunnen de biologische klok bewust beïnvloeden door wat later naar bed gaan of uit te slapen bijvoorbeeld. We merken dat overigens direct aan het functioneren van het lichaam (denk aan een jetlag). Dieren zijn daar veel strenger in, want de biologische klok is de enige klok die ze hebben.

De huid als grootste orgaan
De huid is het grootste orgaan en heeft talloze functies. Zo beschermt de huid ons bijvoorbeeld tegen de kou of warmte. Toch is onze huid niet voldoende toegerust om ons te beschermen tegen het klimaat, kleren blijven nodig. Dieren hebben het wat dat betreft een stuk makkelijker. De huid beschermt ons ook tegen infecties,

De huid helpt bij het regelen van onze temperatuur. De gemiddelde temperatuur van de mens is 37 graden Celcius. De huid houdt het vocht in ons lichaam vast, hoewel we altijd wel een klein beetje zweten. Als het erg heet is, zweet de huid om af te koelen. De mens is overigens het enige zoogdier dat kan zweten.

We voelen met onze huid en de huid maakt ons herkenbaar omdat hij bij iedereen een beetje anders om de botten en het vet is geplooid. De één heeft ook weer meer kleur dan de ander. De kleurstof in onze huid wordt ook wel pigment genoemd.

De essenties van het ademhalingsstelsel
Om het lichaam te laten werken, moet je er voor zorgen dat je dagelijks drie dingen binnen krijgt: water, voedingsstoffen en zuurstof. Zuurstof wordt gemaakt door bomen en planten.

Via de luchtpijp komt de lucht die je inademt in de longen terecht. In de longen zitten longblaasjes die zuurstof in het bloed brengen. Via het bloed wordt die zuurstof door het hele lichaam getransporteerd. Normaal gebruik je niet meer dan een derde van de zuurstof die wordt ingeademd. Een gedeelte van de zuurstof komt dus weer terug, samen met de afvalstoffen. Dat menselijke “uitlaatgas” bestaat uit koolstofdioxide (CO2). Planten en bomen maken daar weer opnieuw zuurstof van.

De mens bestaat hoofdzakelijk uit water
Ons lichaam is opgebouwd uit miljoenen en miljoenen cellen. Die cellen hebben water nodig en bovendien zit er water tussen de cellen. Ook ons bloed is vloeibaar omdat er water in zit. We hebben dus veel water nodig. Toch kunnen we van water alleen niet leven, het lichaam heeft ook voedingsstoffen nodig en die halen we zowel uit eten als uit drinken. Uit drie gewone, gezonde maaltijden per dag kunnen we al de energie halen die het lichaam nodig heeft.

De essenties van het spijsverteringsstelsel
De klieren in de mond maken speeksel aan en dat vermengt zich tijdens het kauwen met het eten. In de mond kauw je het eten zo fijn mogelijk zodat het via de slokdarm naar de maag kan worden getransporteerd. In je slokdarm zit een veiligheidsklepje dat er voor zorgt dat het eten en drinken niet meer terug komen in de mond. Alleen als je moet overgeven, gaat het open.

Het voedsel wordt met een soort knijpende beweging naar de maag getransporteerd, de “peristaltische beweging”. Vlak bij de maag zit de alvleesklier. Die alvleesklier (of pancreas) maakt stofjes aan die de maag en de darmen nodig hebben om het eten beter te verteren. De maag zelf zorgt voor maagzuur.

Het verteerde eten wordt afgevoerd naar de dunne darm waar de meeste voedingsstoffen er worden uit gehaald. Wat overblijft wordt in de dikke darm tot poep verwerkt. Al de voedingsstoffen worden vervolgens door het bloed naar de lever getransporteerd. De lever kan de giftige en schadelijke stoffen die in het lichaam zijn gekomen zo veel mogelijk onschadelijk maken. Bovendien maakt de lever gal. Gal kan het vet afbreken. Het bloed wordt ondertussen ook door de nieren gezuiverd. Alle afvalstoffen die nieren uit het bloed halen, worden samen met het overtollige water, naar de blaas getransporteerd.

De functie en de werking van de bloedsomloop
De bloedsomloop bestaat uit hart en bloedvaten. Het hart is een spier die het bloed door het hele lichaam pompt. Zo wordt, via een ingewikkeld “buizenstelsel”, zuurstof naar de spieren en organen gebracht. De afvalstoffen die de spieren produceren worden tegelijkertijd door het bloed weer meegenomen. Uiteindelijk komt het bloed weer terug bij de longen om daar weer verse zuurstof op te halen.

Als er meer wordt bewogen, is er meer zuurstof nodig en moeten de longen en het hart harder werken. Je raakt “buiten adem” en het hart gaat steeds harder pompen, de hartslag loopt op.

Schuiven naar boven