Twee emmertjes bloed halen

Een baby heeft bij de geboorte maar een halve liter bloed. Net zo veel als een half pak melk. Als je groeit, maakt je lichaam ook meer bloed aan. Nu heb je waarschijnlijk 3 tot 4 liter bloed. Volwassenen hebben 5 tot 6  liter bloed. Wie niet zo groot is, heeft wat minder. En wie heel groot is, heeft een beetje meer. Al dat bloed heb je ook nodig, zodat je hart bij elke hartslag bloed tot in je tenen en vingertoppen kan laten stromen. Een volwassene kan een liter bloed nog wel missen, al voelt hij zich dan waarschijnlijk een beetje slap. Maar raak je de helft van je bloed kwijt, dan heb je heel snel nieuw bloed nodig, via een bloedtransfusie. Iemand die bloeddonor is – en die dus bloed afgeeft voor bloedtransfusie – geeft per keer een halve liter bloed. Het duurt een paar weken voordat het lichaam die extra halve liter weer zelf heeft aangemaakt. Er zijn ook donoren die alleen bloedplasma afgeven. Dat vocht kun je door veel water of melk te drinken binnen een paar uur aanvullen. De eiwitten in het plasma maakt je lichaam binnen een dag weer aan.

Schuiven naar boven